Een opvallende naam op onze deelnemerslijst: grootmeester Daniel Hugo Cámpora.
Grootmeester Cámpora is 65 jaar. Hij is tweemaal kampioen van Argentinië. Hij woont in Sevilla in Spanje.
Hoe komt deze bijzondere grootmeester bij ons toernooi terecht? Je leest hier een kort interview.
En je kunt drie prachtige partijen van hem naspelen.
Hoe komt het dat u koos voor het Limburg Open in Maastricht?
‘Dat komt doordat mijn zoon Daniel Hugo Cámpora Pérez in Maastricht woont en er aan de universiteit werkt. Ik kan een bezoek aan hem dus mooi combineren met deelname aan het toernooi. Ik heb dus wel een band met Maastricht en ben zelfs net als mijn zoon lid van Schaakvereniging Maastricht. Mijn zoon doet ook mee’.
Met welke ambitie doet u mee?
‘Mijn FIDE rating is 2337, dus verwacht niet te veel. Voor de grap zou je kunnen zeggen dat ik het Limburg Open moet winnen. Want toen mijn zoon nog bij CERN in Zwitserland werkte, heb ik hem daar ook bezocht en daar meegedaan aan het Genève Open en heb dat toernooi toen gewonnen. Nu zou ik dus weer moeten winnen, ha ha ha…’
U was tweemaal kampioen van Argentinië en speelde in negen Olympiades, dat is niet niks.
‘Ik was kampioen van Argentinië in 1986 en 1989 en heb mijn land vertegenwoordigd in negen Olympiades. Hier zie je een overzicht van mijn deelnames aan de Olympiade.
- In 1978 bord 4 in Buenos Aires (+3 -3 =2)
- In 1982 bord 2 in Luzern (+7 -2 =4)
- In 1986 bord 1 in Dubai (+6 -1 =6)
- In 1988 bord 1 in Thessaloniki (+3 -4 =5)
- In 1992 bord 1 in Manilla (+3 -0 =9)
- In 1994 bord 1 in Moskou (+7 -1 =1)
- In 2000 bord 2 in Istanbul (+3 -1 =5)
- In 2004 bord 2 in Calviá (+4 -0 =6)
- In 2008 bord 5 in Dresden (+1-2=3)
Aan dat lijstje te zien was vooral Moskou in 1994 een succes.
‘Ja, daar heb ik de gouden medaille op het eerste bord gewonnen met een score van 7,5 uit 9, goed voor een TPR van 2776. Beslissend was mijn partij tegen Topalov. Ik weet nog dat Shirov stond te kijken, maar op een gegeven moment wegliep toen ik een zet deed die hem niet aanstond. Tegen mijn landgenoot Pablo Ricardi zei hij hoe slecht ik speelde. Ik won echter het eindspel. Het grappige is eigenlijk dat niemand mijn goede toernooi opmerkte, maar heb wel de gouden medaille behaald voor de beste score op bord 1. Overigens, geen idee waar ik die medaille heb gelaten…!’
Wat was uw hoogste positie op de wereldranglijst?
‘De hoogste positie was de 45e plaats in 1987. Ik heb lang een rating boven de 2500 gehad en op het hoogtepunt was dat 2565’.
Maar er kwam een terugslag. U kreeg een herseninfarct.
‘In 2006 was ik opgeroepen voor de Olympiade in Turijn, maar een week ervoor, op de ochtend van 25 mei, kreeg ik een herseninfarct. Ik verloor mijn spraak en de rechterkant van mijn lichaam was aangetast. Beetje bij beetje herstelde ik en mocht toch weer meedoen aan de Olympiade van 2008 in Dresden. Ik had eerst het idee om niet te gaan, maar ging toch omdat ik het zag als een uitdaging en om te laten zien dat ik nog op hoog niveau kon meedoen. Ik bereidde me goed voor, psychologisch, fysiek en schaaktechnisch. Maar ik speelde heel slecht’.
Hoe gaat het nu?
‘Ik schaak nog steeds, maar meer als groot liefhebber en zie het puur als een hobby. In de zomer, als het in Sevilla ondraaglijk heet is, nemen mijn vrouw Teresa en ik de auto en gaan dan naar plekken waar het minder warm is. Ik heb in de zomerperiode inmiddels al vijf toernooien kort achter elkaar op het programma staan, beginnend eind juni in Gijón, daarna Benasque Open en daarna Valencia, Oviedo en Mérida’.
U werkt aan een boek. Waar gaat het over?
‘Ik ben een boek aan het schrijven over mijn herinneringen. Het is Spaanstalig. Er komen ongeveer 30 becommentarieerde partijen in en de nodige verhalen over onderwerpen als familie, poëzie, voetbal en poker. Ik denk dat het boek volgend jaar uitkomt. Maar ‘paleiszaken gaan langzaam’ zeggen we in Spanje. En misschien wel zo langzaam dat ik mijn vrienden wel eens vertel dat het misschien een ‘post mortem boek’ zal worden’.
Ten slotte willen we natuurlijk graag partijen zien.
Dan laat ik graag de partij zien die ik in een toernooi in Lone Pine in 1981 speelde tegen Bent Larsen, die toen bij de elite hoorde en het was de eerste keer dat ik tegen zo’n sterke speler kwam te spelen.
Verder een partij die een bijzonder einde kende: pat!
Ten slotte een heel fraaie winstpartij tegen Schweber:
Meer informatie
Meer informatie over grootmeester Cámpora vind je via onderstaande hyperlinks: